Archive for the ‘Opinie’ Category
Hoor en wederhoor? Grondbeginselen journalistiek onder druk
Het valt op dat de journalistiek in Nederland steeds vaker onder vuur ligt. Of het nu de geschreven, radio, tv of online pers betreft: er wordt meer aandacht besteed aan het handelen van de journalist of juist het ontbreken daarvan. Centraal in deze artikelen zie je de ‘trend’ ontstaan dat het in de journalistiek vaker ontbreekt aan het toepassen van hoor en wederhoor. Eén van de grondbeginselen van het vak. Wat is de reden dat journalisten minder accuraat dit principe toepassen?
Een journalist heeft wat mij betreft de taak om zorgvuldig de waarheid aan het licht te brengen. Juist om die reden past een journalist hoor en wederhoor toe. Op die manier wordt de lezer, kijker of luisteraar zo correct en objectief mogelijk van nieuws voorzien.
Wat betekent dit idealiter in de praktijk? Voorafgaand aan de publicatie houdt dit voor de journalist in dat hij contact opneemt met de organisatie, contactpersoon of vertegenwoordiger om hem/haar een reactie te vragen. Vanzelfsprekend om te verifiëren of het te plaatsen nieuws wel juist is. Dit heeft ook zo zijn voordelen voor de journalist; fouten worden uit het artikel gehaald, namen worden juist gespeld en het artikel is inhoudelijk correct. Basisprincipes voor elke publicatie.
Grondbeginselen Journalistiek
Er zijn verschillende instanties die regels voor de journalistiek hebben vastgelegd. Zo verwoorden de Code van Bordeaux en de gedragregels van journalisten volgens de Internationale Federatie van Journalisten deze als volgt:
•Eerbied voor waarheid en voor het recht van het publiek op waarheid is de eerste plicht van de journalist.
•Bij het verkrijgen van nieuws, foto’s en documenten zal hij op faire wijze te werk gaan.
Grondbeginselen die ook terugkomen in de Gedragscode voor Nederlandse journalisten (opgesteld door het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren), die weer zijn verwerkt in de interne gedragscodes van verschillende media.
Op de Nederlandse markt houdt de Raad voor de Journalistiek het medialandschap nauwlettend in de gaten. Op haar website staan veel uitspraken over klachten van personen over onterechte aantijgingen in de media. Daarbij ontbreekt het opvallend vaak aan het toepassen van hoor en wederhoor. De Raad geeft aan dat een journalist de nodige moeite moet doen om met de persoon over wie wordt gepubliceerd in contact te komen. Maar wat als dat niet lukt?
1.Als dat niet direct lukt: Moet de publicatie zo nodig worden uitgesteld. “De Raad geeft hierbij expliciet aan dat tijdsdruk geen excuus is.”
2.Als de betrokkene telefonisch niet bereikbaar is, kan hij ook schriftelijk in de gelegenheid worden gesteld te reageren.
3.Als een journalist iemand om een reactie vraagt, moet hij de betrokkene voldoende duidelijk meedelen, waarop het te geven commentaar betrekking heeft.
Gevolgen
Het niet toepassen van hoor- en wederhoor kan fikse gevolgen hebben. Het medium kan hiervoor een boete of represaille krijgen. Voor de gedupeerde heeft het vaak veel meer invloed. Het gaat in zulke gevallen verder dan het onjuist spellen van een bedrijfsnaam of het publiceren van onjuist cijfermateriaal. Grofweg zijn de gevolgen mijns inziens in een drietal segmenten onder te verdelen:
1.Persoonlijk leed: Denk hierbij aan het persoonlijke leed dat een niet gecontroleerd bericht kan veroorzaken. Een voorbeeld is dat de media de Burgemeester van Utrecht doodverklaarde (Utrecht doet aangifte na melding dood burgemeester).
2.Bedrijfsmatige invloeden: In het bedrijfsleven is juiste informatie van enorm belang. Het verschuiven van een punt of komma kan vergaande gevolgen hebben. Ik heb onlangs ook mogen ervaren dat een journalist geen hoor- en wederhoor toe heeft gepast. Een journalist van het – in mijn ogen – gerespecteerde Financieele Dagblad publiceerde over een samenwerkingsovereenkomst tussen mijn opdrachtgever en haar financiële partner zonder daarbij hoor en wederhoor toe te passen. In het gepubliceerde artikel stonden onwaarheden en spelfouten. Dat onjuiste verhaal zorgde er bijna voor dat een beklonken samenwerking van de baan was.
3.Maatschappelijk invloeden: Een bekend voorbeeld hiervan is de reclamestunt van verzekeringsmaatschappij Ohra die clown Bassie had ingezet ter promotie van een nieuwe verzekering. De clown zou een kind hebben verwekt bij een 31 jarige vrouw. Zonder het toepassen van hoor- en wederhoor publiceerde de landelijke media (dagbladen, radio en TV) over dit ‘heugelijke feit’ (Personeel Ohra verrast door reclamestunt Bassie, Vrouw niet zwanger van Bassie: reclamestunt verzekeraar Ohra en Het Bassie-effect).
Oorzaken
Hoe verklaren we de neiging minder hoor- en wederhoor toe te passen? Ik signaleer een zestal veranderingen in het medialandschap:
•Het onderscheid tussen feiten, geruchten & opinies vervaagt;
•Een journalist heeft de mogelijkheid om 24 uur per dag te publiceren;
•De commerciële afdeling van het medium denkt tegenwoordig (ook) vaak mee over de redactionele inhoud;
•De enorme snelheid en invloed van social media;
•De grote snelheid en invloed van burgerjournalistiek;
•De onderlinge concurrentie tussen media om wie het nieuws als eerste naar buiten brengt.
Allemaal oorzaken die de traditionele ideeën over het belang of de prioriteit van hoor en wederhoor onder druk zetten.
Inspelen op de veranderende journalistiek
Het is een gegeven dat het medialandschap verandert, er nieuwe spelers bijkomen en regels minder scherp in de gaten worden gehouden. Zelf communiceer ik altijd de volgende tips om de regie te blijven behouden:
•Streef naar een persoonlijke (lange termijn relatie) met de journalist;
•Benader de journalist persoonlijk;
•Blijf zelf consistent, bereikbaar en kom je beloftes na;
•Bereid jezelf zorgvuldig voor. Denk hierbij aan de volgende zaken:
-Lever maatwerk per mediasegment (passende invalshoek)
-Heb parate achtergrondinformatie en beeldmateriaal bij de hand
-Bereid je voor op vragen uit de pers (Q&A).
Als communicatieadviseur haak ik zelf zoveel mogelijk in op de laatste trends en ontwikkelingen uit de markt en pas ik me aan op de veranderende journalistiek. Hoe speelt de journalistiek in op de laatste trends en ontwikkelingen en op welke wijze bewaakt het haar eigen grondbeginselen?
Bronnen: Website Raad voor de journalistiek, Website Gelderlander, Website Reclamewereld en Wikipedia
Dit artikel staat ook op de website van Frankwatching.com
De nieuwe telecomwet en de gevolgen voor de PR en journalistiek
De nieuwe telecomwet en de gevolgen voor de PR en journalistiek.
Gisteren heb ik namens Bex*communicatie in Amsterdam de discussie ‘De nieuwe telecomwet en de gevolgen voor de PR en journalistiek’ bijgewoond. Een interessante bijeenkomst, omdat hier zowel de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA, initiator van de wet), een bestuurslid van Logeion, de hoofdredacteur van Villa Media, een jurist en verschillende vakgenoten uit de communicatie en journalistiek aanwezig waren.
Wat is er aan de hand?
In oktober vorig jaar is er door de OPTA in Nederland een nieuwe wet geïntroduceerd die ook voor PR- en communicatiebureaus van belang kan zijn. Met deze wet wil de OPTA spam-berichten (over bijvoorbeeld hypotheken, viagra, dating, kredieten etc.) aan banden leggen. De discussie van de middag stond in het teken van het versturen van persberichten, ook een onderdeel van de nieuwe wet. Op de websites http://www.spamklacht.nl en http://www.opta.nl staat namelijk dat het versturen van persberichten valt onder deze nieuwe wet. Tijd voor duidelijkheid.
Uit de verschillende vragen vanuit het panel en de zaal bleek dat er nog veel onduidelijkheid is. Wat mag er nu wel? Wat niet? Ook de woordvoerder van de OPTA zelf had hierop geen eenduidig antwoord. Het blijkt nog een behoorlijk grijs gebied dus.
In het kort komt de wet neer op dat je geen commerciële (pers-)berichten meer mag versturen naar personen die daar niet op zitten te wachten. Het versturen van puur informatieve berichten, is geen probleem. Maar wanneer is een bericht commercieel of informatief?
Het fundament van dit antwoord zit hem in de relatie die je hebt met de journalist/media en het vakgebied waarover de journalist publiceert. Ken je de journalist en stuur je een persbericht gericht het medialandschap in? Dat is volgens de OPTAgeen enkel probleem. Stuur je als organisatie regelmatig persberichten breed uit naar alle journalisten in het land, dan zou je wel eens door de OPTA op je vingers getikt kunnen worden. Het gaat hier overigens enkel over berichten verstuurd via e-mail. Berichten via sms, reguliere post of telefonische berichten vallen niet onder de wet.
Tip van de jurist
De jurist gaf aan dat het voor bureaus goed is om zichzelf te wapenen. Dit kun je doen door een zogenaamd intentiedocument op te stellen. In zo’n document staat het beleid verwoord van het bureau. Hierin neem je onder andere op:
– dat een persbericht altijd wordt afgesloten met de contactgegevens van de verzender zodat er interactie mogelijk is met ontvanger;
– dat je geen persberichten verstuurd aan journalisten die er niets mee kunnen;
– dat er geluisterd wordt naar de wens van de journalist;
– dat journalisten altijd de mogelijkheid hebben om zichzelf van je perslijst uit te schrijven.
Met zo’n document sta je sterk mocht het ooit komen tot een rechtszaak. Iets wat overigens onwaarschijnlijk lijkt, omdat er tot op heden nog nooit een zaak is aangespannen tegen een communicatieadviesbureau als het gaat om persberichten of mediabenadering.
Tot slot gaf de woordvoerder van de OPTA te kennen dat de organisatie openstaat voor tips om te komen tot meer duidelijkheid rondom de nieuwe wet. Tijdens de discussie kwam al een aantal ideeën naar voren. Tips kunnen ingediend wordenbij de OPTA.
Als je het mij vraagt, verandert er niet zoveel in mijn dagelijkse PR-werkzaamheden. Zolang we gericht onze persberichten blijven uitzetten bij die journalisten die we kennen en die daar interesse hebben, is er niets aan de hand.